Engeland 2006 (v) week 1
Van zaterdag 22 juli tot en met vrijdag 28 juli 2006 reizen de verkenners via Hoek van Holland, Harwich, Londen, Oxford en de Pennine Way naar Northampton. Hieronder de verslagen van hun belevenissen.
DE BELANGRIJKSTE GEBEURTENIS UIT JE SCOUTINGLEVEN
Rein verwoordt het mooi, bij het vertrek van de padvindsters diezelfde ochtend: “je bent het je misschien niet bewust, maar dit is het begin van de belangrijkste gebeurtenis uit je scoutingleven”.
Voor de verkenners geldt natuurlijk precies hetzelfde. Engeland-2006 is op zaterdag 22 juli 2006 écht begonnen!
Afgelopen week vonden de laatste voorbereidingen plaats. Donderdagavond is op de barbecue voor pl’s en apl’s (bij de ouders van Geurt) nog een laatste -erg gezellige- peptalk gehouden. Tot verrassing van de leiding kwam de padvindstersleiding ook nog even langs, met een spannende doos die ze pas tijdens het kamp mogen uitpakken.
Vrijdag heeft de leiding (Arno, Frans, Geurt, Henk, Martijn, Peter, Robert en Tijmen) een poging gedaan om al het algemene materiaal in de aanhanger en de Laro te pakken. Het was warm, heel warm, en het paste allemaal maar net… Je kunt je ook nauwelijks voorstellen wat er allemaal mee moet. Zelfs het brood voor zondag moest er nog bij!
De foto’s van zowel de barbecue als het pakken staan op de fotopagina’s bij “voorbereiding engeland”.
En dan wordt het gelukkig zaterdag. Als de leiding tegen 12:00 uur bij station Oosterbeek aankomt, zijn er ook al verkenners met hun uitzwaaiers. De rest van de jongens is er vóór of uiterlijk 12:15 uur. Nog wat laatste regeldingen. Nog wat bagage in de Laro. Helaas blijkt nu dat het dus écht niet past. Jammer voor de leiding en dus ook jammer voor de jongens: de leiding moet nu hun eigen bagage dragen en heeft daardoor minder handen vrij om de jongens te helpen. Gelukkig heeft iedereen z’n spullen wel in handige tassen ingepakt.
Er worden nog wat algemene mededelingen gedaan, onder andere over de home hospitality. Op dit moment zijn er plaatsen voor 11 jongens beschikbaar. De kampleiding blijft beloven (zoals ze dat al maanden lang doen…) dat het in orde gaat komen. We blijven goede hoop houden, waarschijnlijk is er ter plekke op het kamp nog van alles te regelen en kunnen de jongens inderdaad (desnoods met z’n drieën tegelijk) in hospitality. Bij de padvindsters is inmiddels duidelijk geworden dat het bij hen definitief niet doorgaat (vooral omdat (beide) ouders die andermans kinderen in huis nemen een bewijs van goed gedrag moeten overleggen; lang niet iedereen heeft daar het geld voor over).
Vanzelfsprekend zullen we de adressen, zodra ze bekend zijn, doorgeven via Marlene.
Behalve deze dienstmededelingen zijn er ook de te verwachten aanmoedigingen (“goede reis”, “zul je voorzichtig zijn”, “let op met overstappen”, “pas op je bagage”, “veel plezier”) van alle ouders, broertjes/zusjes, opa’s en oma’s, vriendjes, vriendinnetjes en andere belangstellenden. En natuurlijk de traditionele groepsfoto voor het logobord. De jongens voelen zich net de koninklijke familie met al die klikkende fototoestellen…
Ondertussen schieten er al diverse sneltreinen voorbij. “Nee, dit is onze trein niet”. Toch wel handig om vast afscheid te nemen, want als de trein (hoewel, eigenlijk meer het treintje) aankomt, moeten ze snel instappen. Door ook de eerste klas te gebruiken, gaat het redelijk snel.
Allemaal er in, alle ouders zwaaien, en dan… zijn ze weg!
De uitzwaaiers moeten Geurt en Robert ook nog even op gang helpen. Zij rijden met de Laro + aanhanger naar Hoek van Holland; als alles goed gaat zijn ze er ongeveer op hetzelfde moment.
De verkenners (Alexander, Arjan, Auke, Christian, Dennis, Erwin, Ignace, Jamie, Job, Justin, Maarten, Mark, Maurice, Mitchell, Remko, Rens, Robin, Sam, Sem, Simon, Sjoerd, Sjoerd, Thal, Thijs, Tom en Willem) hebben er zin in. Hun ouders en de overige achterblijvers zijn blij dat het zover is maar verheugen zich nu al weer op hun terugkomst!
“WIL DE MOEDER VAN ERWIN HAAR ZOON KOMEN HALEN?” 🙂
Zondagmiddag, 16:00 uur gaat de telefoon. Het eerste uitgebreide Engelandverslag! Samenvatting: het gaat uitstekend, niemand heeft heimwee en iedereen heeft het naar zijn zin!
Zaterdag 22 juli
Nadat ze iedereen hebben uitgezwaaid en de trein zich in beweging heeft gezet, gaat het eerste deel van de reis voorspoedig. In Ede-Wageningen staan Jeroen & Kim om te helpen overstappen. Er is precies genoeg tijd voor.
In de aansluitende dubbeldekker is het ontzettend heet (inderdaad, airco in die treinen doet het tegenwoordig zelden… MM). Het zweet loopt iedereen over het gezicht en dan hebben ze ook nog eens 20-25 minuten vertraging. In Rotterdam lukt het overstappen dus maar net op het nippertje. De stoptrein naar Hoek van Holland is weer klein en krap. Zeker als je er met dertig man plus bagage in zit. Tassen in het gangpad zorgen voor struikelpartijen, maar acht Ghanezen zorgen voor de eerste internationale contacten: zij vragen nieuwsgierig naar hun uniformen, en blijken in Ghana ook bij Scouting gezeten te hebben.
In Hoek van Holland staat Geurt hen op te wachten op het perron. Ondertussen rijdt Robert de Laro al de boot op. Dan snel inchecken. Helaas gaat dat minder snel dan de bedoeling was. Er liggen keurig 32 bagagelabels voor hen klaar, maar niemand heeft er aan gedacht dat mensen ook meer dan één tas bij zich kunnen hebben. Er moeten dus labels bijgeprint worden en juist dan volgt een computerstoring! Het is inmiddels al vier uur en de boot moet vertrekken, maar gelukkig houden ze ‘m nog even tegen en alles komt goed.
De jongens zijn razend enthousiast als ze de boot eenmaal van binnen zien. Het casino trekt, evenals de McDonalds. Ze krijgen eerst een uurtje vrij en daarna mogen ze hun eerste zakgeld halen. Ze krijgen elk een zakboekje (met daarin o.a. een samenvatting van het programma) en een aantal visitekaartjes om uit te delen. Ook kiezen ze de groepjes waarin ze morgen onder begeleiding Londen gaan bekijken. Sommigen zijn erg tevreden met hun groepje, anderen iets minder, maar niemand doet moeilijk.
Voorzien van zakgeld gaan ze daarna terug naar de gokautomaten. Sem blijkt de gelukkigste gokker: hij wint maar liefst negen pond! De anderen hebben allemaal één of twee pond winst of verlies en hebben vooral lol in het spelen zelf.
Ze vervelen zich totaal niet: ze kaarten, doen spelletjes, drinken wat en kijken rond. Geurt gaat een weddenschap aan met Erwin en Sem (tegen een ijsje) dat zij hun naam niet kunnen laten omroepen op de boot. Dat laat Erwin niet op zich zitten. Hij gaat naar de receptie en vertelt dat hij zijn moeder kwijt is. Waarop prompt wordt omgeroepen of “de moeder van Erwin haar zoon wil komen ophalen”… [sorry Kathy, het ging hem slechts om het ijsje, niet om jou… :-)].
Uiteindelijk komen ze iets te laat in Harwich aan; ze moeten heel lang wachten bij de paspoortcontrole en komen er ondertussen achter dat ze het paspoort van Henk nog hebben terwijl Henk zelf al met Robert naar de auto is om die van de boot af te rijden. Ze waarschuwen hem per sms, maar de douane is in eerste instantie erg streng. Henk mag de boot niet af. Na veel getelefoneer en de verzekering dat het paspoort écht op de boot is… mag hij gelukkig Engeland in. Het voordeel van deze strenge individuele controle is wel dat de bagage al klaar ligt als ze bij de uitgang zijn. Maar de aansluitende trein (die vlakbij de boot vertrekt) is natuurlijk al weg. Ze moeten tot 20:15 uur wachten op de volgende. Die is, net als de Nederlandse, erg warm! De reis van 1 uur en 20 minuten duurt dan ook lang. En hoewel de jongens zich werkelijk uitstekend hebben gedragen tot nu toe, worden ze nu toch wel een beetje dwars en druk: ze rennen door het gangpad en gaan zingen. Ignace speelt “Fatima”, Sam en Maarten zingen met hem mee en leggen een pet in het gangpad waar medereizigers geld in kunnen doen [het verhaal meldt niet of dat inderdaad is gebeurd].
Pas om half tien ’s avonds zijn ze in Londen op Liverpool Street Station. Een groot en erg indrukwekkend station. Tijmen koopt de kaartjes en daarna gaan ze de metro (Circle Line) in. Ook dat is indrukwekkend: je moet daar met lange, diepe roltrappen naar beneden. Helaas moeten ze 1x overstappen op de Piccadilly Line. En die is, om kwart over tien ’s avonds, nog ontzettend druk! Ze laten twee metro’s gaan, maar besluiten de derde toch maar te nemen met degenen die er in passen. De rest van de groep volgt in de volgende trein.
Ondertussen sturen ze Henk en Robert een sms om hen te laten regelen dat ze op het kampterrein in een gebouw kunnen overnachten. Iedereen is inmiddels ontzettend moe, en dat scheelt het opzetten van de grote tent. Dat lukt. De Laro is dan al uitgeladen, en Robert en Henk staan er mee bij het metrostation. De meeste bagage kan nu in de auto, en dan is het nog maar 150 meter lopen. In het gebouw leggen ze hun rugzakken neer, rollen de slaapzak uit en luisteren naar een verhaal van Geurt. Ze krijgen nog een welgemeend compliment van de leiding: het is een hele prestatie om tijdens zo’n reis zo enthousiast en gezellig te blijven! En vervolgens slapen ze binnen een kwartier…
Zondag 23 juli
Zondag om vijf uur ’s morgens beginnen de eerste jongens al te praten. Vanzelfsprekend zijn de anderen daar niet blij mee. Geurt legt hen apart in de keuken en vervolgens slaapt iedereen lekker door tot acht uur.
Helaas was de ruimte maar één nacht beschikbaar, dus nu moeten ze alsnog de tent opzetten, maar dat is vanmorgen totaal geen probleem.
Het is lekker weer, een graad of 25 en bewolkt. Maar toch te heet om in uniform de stad in te gaan. Ze delen daarom de oranje t-shirts uit, die een stuk koeler zijn dan de uniformblousen. In de gisteren gekozen groepjes gaan ze de stad in om daar de traditionele dingen te bezoeken. Peter loopt met Erwin, Alexander, Sjoerd Q en Christian. Zij hebben het wisselen van de wacht bekeken, zijn op de foto geweest met een horseguard (die mensen die niet mogen lachen!), en verder zijn ze bij Downingstreet 10, Big Ben en Westminster Abbey geweest. Daarna beklimmen ze nog Monument (een hele hoge toren met mooi uitzicht) en zien ze de Tower Bridge.
Terwijl Peter belt, zijn de jongens op de Belfast (oorlogschip). En hierna gaan ze nog naar het Imperial War Museum. Berichten van de andere groepjes zijn er nog niet, maar ongetwijfeld doen die vergelijkbare dingen.
ZELFS ROBERT GAAT IN OXFORD KOPJE ONDER
Woensdagmiddag, in Nederland is het nog steeds heet en inmiddels al laat in de middag. Gelukkig gaat dan toch nog de telefoon: Alton Towers! Het is in Engeland ook warm, maar de stemming is nog steeds uitstekend.
Zondag 23 juli
Alle groepjes bekijken in Londen ongeveer dezelfde dingen. De manier waarop ze het doen verschilt. In het groepje van Geurt regelen de jongens alles zelf: Maarten beheert de financiën, Ignace is de manager, Mark is van de route en Sam doet alles-wat-de-anderen-niet-doen. Het groepje van Robert raakt ongewild gesplitst: de bus sluit de deuren als er nog maar twee jongens binnen zijn. Gelukkig gaat er niks mis: ze hebben tevoren duidelijke afspraken gemaakt wat ze gaan doen: “als we elkaar kwijt raken gaan we naar Piccadilly Circus”. Thal, Willem, Arjan en Dennis volgen deze instructie en al gauw zijn ze weer allemaal bij elkaar.
Het Science Museum is erg in trek, evenals een bezoekje aan Soho. Ze hebben gelezen dat dat de rosse buurt van Londen is… dus wil iedereen er heen. Toeval of niet: de oudste jongens hebben geen hoer gezien, de jongsten konden hen min of meer aanraken…
Vrij veel jongens gaan nog gokken in Sega World (een mega-gok-hal). Simon maakt een behoorlijke winst; hij mag een deel houden, de rest is in beheer bij de leiding, hij krijgt dat vanzelfsprekend na het kamp weer terug.
Omdat het kampterrein zo handig aan de metrolijn ligt verzamelen ze aan het eind van de dag niet centraal, maar spreken ze af dat ze om half tien terug zijn op het kamp. Dat lukt niet helemaal want er zijn problemen met de metro: groot onderhoud! Een aantal stations is daardoor gesloten, de verbindingen zijn dus lastig. De laatsten zijn dan ook pas na tienen terug op het kampterrein.
Daar leest Geurt weer een hoofdstuk voor uit zijn boek. De jongens vinden het prachtig, het slaat enorm aan. Vooral Job geniet. Daarna gauw naar bed, ze slapen in de groepstent en twee patrouilletenten. Ondanks (of misschien wel dankzij) de vermoeiende dag in de grote stad zijn de jongens nog lang heel druk, maar uiteindelijk lukt het om half twaalf om hen te laten slapen.
De leiding maakt die avond weer een cadeautje open uit het verrassingspakket van de padvindstersleiding (zie foto’s barbecue voorbereiding). Erg leuk!
Maandag 24 juli
Ze staan om acht uur op, douchen en breken snel alle tenten af. Dat gaat gelukkig heel vlot. De jongens zijn er sneller mee klaar dan de leiding, ze werken fantastisch mee.
Iedereen heeft z’n oranje t-shirt aan, dat staat heel vrolijk.
De buschauffeur arriveert. Hij heet Kevin, is een jaar of 45 en heel vlot. Hij kan prima met de jongens opschieten. Bovendien doet hij nergens moeilijk over, er is van alles met hem te regelen. De bus is heel modern en (erg prettig in deze omstandigheden!) voorzien van airco en dvd. In al die jaren hebben ze nog nooit zo’n moderne bus gehad! Rens houdt het toespraakje om de chauffeur welkom te heten. Hij geeft hem een t-shirt en een groepsdas zodat hij er helemaal bij hoort.
Dan gaan ze in de bus naar Oxford, ongeveer anderhalf uur rijden. Onderweg draaien ze de cd’s met de eigengekozen muziek. Heel lastig om te raden wie welk nummer heeft aangevraagd!
Het is warm, heel warm, dus de kans is groot dat ze straks in het water zullen vallen. Iedereen die dat wil (of denkt dat ie zal vallen) trekt daarom in de bus vast z’n zwembroek aan. Ze hebben zeven punters gehuurd en het is heerlijk varen in die hitte. En, zoals ook in het kampboekje staat, er zijn inderdaad “Boten-Die-Nat-Willen-Worden” en “Boten-Die-Niet-Nat-Willen-Worden”… De halve groep is nat, inclusief Robert die dat helemaal niet wilde, maar hij blijft ergens aan haken en gaat vervolgens helemaal kopje onder 🙂
Terug aan de wal eten ze het ijsje van het geld van de ouders van Christian (dank je wel, was heerlijk!), en vervolgens midden in de stad het lunchpakket.
Na deze geslaagde activiteit rijden ze door naar het volgende kampterrein. Het is de bedoeling dat ze onderweg even stoppen bij een supermarkt om de jongens cola e.d. te laten kopen, maar er is geen supermarkt te zien. Ook in het dorpje Cranham is geen winkel te bekennen, het is heel klein en idyllisch. Het kampterrein is prachtig heuvelachtig. Er zijn douches. Ze komen om ongeveer vijf uur aan. Dus is er tijd genoeg om rustig de tenten op te zetten en te koken. Er staat nog één andere groep op het terrein: Engelse scouts. Daar spreken ze mee af om murderball mee te spelen. Dat gaat erg goed. De Engelse jongens zijn een stuk kleiner dan de onze, maar ze hebben wel een enorme rugby-ervaring. De Engelsen winnen dan ook… ondanks de luide aanmoedigingen van onze leiding. Maar ook de Engelse leiding moedigt hard aan: er is een hele leuke sfeer. Na afloop gaan ze gezellig met z’n allen thee drinken met wel vijftig man! Iedereen spreekt Engels en dat gaat onze jongens al erg goed af. Het is ook een mooie gelegenheid om voor het eerst te gaan swoppen. Vooral Mitchell heeft al gauw een heleboel gekleurde dassen om zijn nek!
Dinsdag 25 juli
Alweer om acht uur op, vlot en zonder stress is binnen twee uur alles afgebroken en opgeruimd. Het is opnieuw prachtig weer. Om tien uur rijden ze richting Wales, waar ze om elf uur na een prachtige rit aankomen bij de mijn.
Daar moeten ze zich in drie groepen verdelen, een beetje “op niveau”, er zijn twee “zware” groepen (die een moeilijke tocht gaan lopen) en een “gemiddelde groep”. Peter en Tijmen lopen mee met de “zware” groepen. Ze krijgen een helm op, een gordel om en een hoofdlampje. Natuurlijk hebben ze de meegebrachte langebroek en trui aan. Na een kilometer lopen door het weiland, is er een gat de grond in. Na vijf meter is het er al helemaal donker (leuk om dan je lampje uit te doen!), en de temperatuur is nog maar tien graden! De (vrouwelijke) gids vertelt heel veel. Het is een oude ijzermijn die al op 5 mei 1945 is gesloten.
Ze moeten eerst goed oefenen, onder andere: kruipen en gebukt lopen. Het is erg spectaculair, haast meer “speleo” dan “mijn bezoeken”. Zo gaan ze wel zeventig meter diep, vaak op de buik, soms half gebogen. De gids loopt voorop, Peter achteraan en iedereen moet zijn “voor- en achterganger” goed in de gaten houden. Eerst gaan ze door een zogenaamd “konijnenhol” (dat al heel erg laag is) maar daarna volgt ook nog het “muizenhol” en tot slot het “pierenhol” dat zo laag is dat je de grond zowel aan je buik als aan je rug voelt! Ze hebben dit maar liefst drie uur achter elkaar gedaan en de jongens zijn enorm enthousiast!
In de gemiddelde groep heeft Sjoerd S een beetje last van claustrofobie, hij loopt na tien minuten samen met Auke en Robert terug, om gezellig in het café wat te gaan drinken.
Uiteindelijk is echt iedereen enthousiast: het is een “gave activiteit, echt de leukste tot nu toe!”
Maar dan moeten ze weer in de bus… en ze zitten allemaal dik onder de vette klei… Gelukkig heeft bijna iedereen reservekleren meegenomen, en de chauffeur laat ze die (terecht) allemaal aantrekken. Degenen die het vergeten zijn moeten in hun onderbroek in de bus!
Moe maar voldaan rijden ze door naar het volgende kampterrein. Onderweg komen ze nog langs een supermarkt. Arno doet de boodschappen voor het avondeten en de jongens krijgen drie kwartier vrij om zelf wat te kopen: chips, cola…
De rest van de busreis hangen ze moe op de stoelen. Het is een drukke dag geweest!
Na anderhalf uur zijn ze bij Blackwell Court, een groot terrein dat afgeladen vol is. Hun kampterrein op veld 16 is ongeveer een halve kilometer lopen van de ingang en ze mogen de auto niet meenemen… Gelukkig vindt de beheerder het goed dat ze op het grote terrein vlak voor de ingang overnachten. Daar mogen de bagageauto én de bus blijven staan. Ze hebben alle tijd om rustig de tenten op te zetten en te koken (broccoli, kaassaus en worst). Dit kampterrein heeft een zwembad! Om nagen uur gaan ze er heen, om heerlijk een uurtje te zwemmen, spelletjes te doen en te douchen, zodat de modder ook weer uit de haren is. Ook kunnen ze meteen schone kleren aantrekken.
Om elf uur gaan ze naar bed, daarna nog even ereraad met de PL’s en om half twaalf ligt iedereen er in. Dat wil zeggen… behalve degenen die de meisjes op het kampterrein hebben ontdekt 🙂 Zij zijn echter gauw gevonden en bieden hun excuses aan. Voor (ludieke) straf moeten ze morgen in Alton Towers tot 13:00 uur bij de leiding blijven…
Ze hebben van de grote tent alleen het afdak opgezet. Het is namelijk mooi weer. Midden in de nacht blijkt het echter toch te zijn gaan regenen… Vier man leiding offert zich op en zet om vier uur ’s nachts nog alle losse bagage binnen…
Woensdag 26 juli
Vanmorgen is het weer stralend mooi weer. Ze staan al om half acht op, zodat de dag in het pretpark zo lang mogelijk kan duren. Op verzoek van de jongens worden ze steeds een kwartier van tevoren wakker gemaakt, zodat ze nog even rustig kunnen blijven liggen. Ze maken een lunchpakket klaar om mee te nemen. Vervolgens is het nog wel twee uur rijden naar Alton Towers. Daar krijgt iedereen vrij, maar om 13:00 uur verzamelen ze om centraal te lunchen. En de ouders kunnen zich verheugen op post: de jongens hebben allemaal een kaart laten afdrukken waar ze zelf op staan, en die kaarten zijn vandaag (26 juli) op de post gegaan. Houd je brievenbus dus in de gaten!
Zoals te verwachten is, vermaken de jongens zich prima in het park. Job laat Geurt enthousiast weten dat dit “echt een fantastisch kamp” is. Maar dit geldt eigenlijk voor iedereen: er zijn totaal geen problemen.
NOG NOOIT ZULK MOOI WEER GEHAD TIJDENS DE PENNINE
Zaterdagmiddag 17:40 uur. SMS: “De moderne tijd, geen enkele telefoon op het terrein, dichtstbijzijnd in Towcester… Arno is met auto inkopen doen, dus ik kan niet weg…”
Gelukkig hebben we het probleem op weten te lossen en is het verslag toch doorgebeld. Volgende keer bellen ze tijdens het fourageren…!
Woensdag 26 juli
Ze mogen de rest van de middag vrij rondlopen in Alton Towers. Vooral de achtbanen zijn in trek. In de categorie “super” vallen de Air (waarin je op een “matras” door de lucht schijnt te zweven) en de Oblivion, een mega-apparaat waarmee je uiteindelijk in een soort zwart gat valt, 15 meter de grond in; daarna ga je er met een bocht weer uit.
Henk en Frans zien kans om in de Nemesis (ook al zo’n heftige achtbaan) een hamburger te eten, Erwin smokkelt een milkshake mee (en drinkt ‘m op). Eten of drinken in de attracties is streng verboden, maar onder je t-shirt kun je een boel meenemen. Overigens hebben ze alles keurig binnen weten te houden 🙂
Anderen doen het rustiger aan en gaan naar de wildwaterbaan, het spookhuis, Charlys Chocolate Factory e.d. Zij hebben het net zo goed heel erg naar hun zin.
Om half zes gaan alle attracties dicht, ze blijven tot het laatste moment. Daarna moeten ze om 17:45 uur verzamelen bij de bus. Vijf jongens zijn te laat. Weliswaar maar vier minuten, maar toch… regels zijn regels en te laat is te laat: zij moeten ’s avonds dus zeer tegen hun zin de afwas doen.
Om zes uur gaan ze met de bus richting Buxton, al sinds tijden “het mooiste kampterrein van de Engelandreis”. Ze rijden over smalle, steile weggetjes. Elk jaar is het weer een probleem om het kampterrein te vinden, maar ook nu gaat het lukken. Ze parkeren de bus op ongeveer een halve kilometer van het terrein (de chauffeur durft het niet aan om verder door te rijden). De Laro rijdt vast naar het kampterrein en laadt daar alle bagage uit. Vervolgens komen ze terug en kan de bagage van de jongens worden ingeladen.
Dan snel de tenten opzetten. Omdat het al laat is koken ze centraal en om negen uur zit iedereen in een grote kring aan de macaroni. Even gaat het goed maar dan slaan de muggen toe. Een giga-aanval van hele kleine geniepige kriebel- en prikbeestjes. Helaas is Buxton niet alleen bekend om z’n mooie ligging, maar ook om deze beestjes… Stilzitten lukt niet meer, dus gaat iedereen vervolgens snel de tent in. Morgen de Pennine! Aan de ene kant hopen ze dat de ook in Engeland verwachte weersomslag nog een dagje op zich laat wachten, maar aan de andere kant… bij de Pennine hoort al jaaaaaaaaaaaren modderDe chauffeur overnacht steeds in een hotelletje, maar vanavond kiest hij er voor om te blijven slapen. Met schoenen en al kruipt hij in een slaapzak en vervolgens heeft hij geen rustige nacht (ligt naast de ’s nachts altijd luidruchtige Robert :-)). Hij besluit dan ook om “nooit meer te gaan kamperen”!
Donderdag 27 juli
Ze staan om acht uur op en breken vlot alles af. Het inladen gaat vervolgens net andersom dan anders: eerst brengen ze met de Laro de persoonlijke bagage naar de bus, daarna moet al het kampeermateriaal nog worden ingeladen. Iedereen helpt goed mee.
Het is stralend mooi weer, strakblauwe lucht en warm. Zeer ongebruikelijk voor de Pennine-dag. De busrit naar Edale (start van de route) is weer prachtig. De jongens genieten van de smalle steile weggetjes. De chauffeur vindt het minder prettig: hij blijkt hoogtevrees te hebben en vindt het allemaal nogal eng. Het zweet staat ‘m in de handen. Maar hij redt het en ze komen veilig aan.
De patrouilles lopen apart, elk met een of twee leiding, een rugzakje, minimaal één liter water per persoon en brood, appels en Nutsen. Het is echter zo warm dat ze na twee kilometer hun water al bijna allemaal op hebben… Het pad is prachtig als altijd, maar door de weersomstandigheden wel heel anders dan anders. Ze lopen langs een beek, klimmen door de (bijna droogstaande) beek 60 à 70 meter omhoog en zijn dolenthousiast. Boven op het plateau is het eigenlijk altijd mistig en nat, maar vandaag is het droog. Het veen (dat lekker veert, maar ook altijd voor de nodige modderboel zorgt) is zo goed als droog, er zitten dikke barsten in. De patrouille waar Peter mee loopt is als derde gestart maar als tweede boven, omdat Henk en Frans een foutje maakten in de route. Arno is ondertussen al boven en wacht even om samen te kunnen eten. Daarna gaan ze weer apart verder. Ze maken op kompas een doorsteek door het veen tot aan een (zo goed als droge) rivier, die ze daarna volgen. De jongens lopen probleemloos. Peter, toch een ervaren loper, kan ze soms bijna niet bijhouden! 🙂 De foto’s geven goed weer hoe mooi het onderweg is.
Op zeker moment is er een rots die 150 meter steil naar beneden loopt. De patrouille van Dennis heeft daar enthousiast zitten/staan “panoramapoepen” en “panoramapissen”. Tsja.
Om een uur of vijf zijn de eersten bij de bus, om zes uur is de hele groep weer compleet. Moe maar tevreden: iedereen is meegeweest en iedereen is enthousiast. Dat wil niet zeggen dat het voor iedereen even makkelijk is geweest. Zo laat Willem weten dat hij het heel erg mooi vond, maar dat het voor hem de enige keer was. Hij moet voor zijn ouders vast ideeën opdoen voor de vakantie volgend jaar, maar hij is vast van plan om “dit nóóit weer te doen”. Job zegt stralend dat hij “erg moe in de voeten is maar dat het ontzettend gaaf was”.
Ze moeten de bus trouwens eerst even zoeken, want hij staat er niet. De eigen bus had een lekke band en de chauffeur heeft ondertussen voor een andere gezorgd.
Terwijl iedereen de Pennine loopt, doen Geurt en Robert de was. Vooral de “mijn-kleren” zijn enorm smerig en nodig aan een wasbeurt toe. Elke patrouille mag één vuilniszak met was inleveren. Helaas heeft een van de patrouilles per ongeluk twee zakken ingeleverd en dit niet aan de leiding doorgegeven. Daardoor is die ene extra zak verdwenen, vermoedelijk met het vuilnis mee… De jongens missen overigens niks essentieels en de verzekering dekt na afloop in Nederland de schade!
Behalve de mega-was, hebben Robert en Geurt ook geregeld dat ze bij het volgende kampterrein binnen in het prachtige clubhuis mogen slapen. Dat scheelt opnieuw tenten opzetten en afbreken. De jongens zijn overigens erg druk na deze inspannende dag, ze blijven nog een tijd voetballen en ze kunnen hun was uitzoeken, want helaas moeten ze nog een uur wachten tot de Fish&Chips arriveren. Het duurt nu eenmaal een tijdje voor je die voor 34 man gebakken hebt!
Ze eten het lekker buiten aan tafel (zie foto’s) op. Maar dan komt er om negen uur weer een frontale muggenaanval. Helaas! Maar het is ook wel een goede gelegenheid om naar binnen te gaan en te douchen. Iedereen trekt z’n vieze wandelkleren uit, doucht lekker en trekt weer schone kleren aan. Om half elf gaan ze allemaal naar bed. Peter blijft er een minuut of tien bij zitten, en daarna is iedereen onder zeil! Het is een enorm leuke dag geweest.
Vrijdag 28 juli
Om negen uur ’s morgens is het nog doodstil, de jongens waren gisteravond zo moe, dat ze nauwelijks wakker te krijgen zijn. Daarna moeten ze eerst allemaal verplicht hun tassen helemaal leeg maken om ze vervolgens weer netjes in te pakken. Dit is een altijd weer perfecte truc om alle verloren gewaande spullen weer terug te krijgen. De sok die je kwijt bent zit uiteindelijk natuurlijk gewoon in je eigen tas…
Dan moet het clubhuis worden schoongemaakt. En ook nu weer helpt iedereen zonder mopperen mee. Het is voor de leiding erg prettig dat de jongens bij dit soort klussen lekker meewerken zonder problemen te maken! De beheerder is ook erg tevreden. Hij vindt ons een leuke groep en we hoeven maar weing te betalen. Hij krijgt een OPV-Schoonoord-relatiegeschenkje als dank. Het is een adres om goed te onthouden, want het ligt maar vijf minuten van het einde van de Pennineroute vandaan, wat erg praktisch is.
Het is de bedoeling om vandaag te gaan zwemmen in Leicester, ongeveer op driekwart van de route naar Nailer. Maar helaas… het is vrijdag, er is werk aan de weg (daar ook al…) en warm. Ze staan dus vrij lang in de file. De leiding vindt het daardoor een vervelende dag. Maar de jongens zeggen ’s avonds bij de evaluatie dat ze het een hartstikke gezellige dag vonden. Ze hebben immers lekker kunnen kletsen in de bus, naar muziek geluisterd en rustig aan gedaan. Zo zie je maar weer…
Na een uur of drie is er pauze bij een dure Burgerking. En eindelijk gaan de jongens wat zakgeld uitgeven. Tot nu toe zijn ze allemaal uitzonderlijk zuinig geweest, maar nu kopen ze allemaal wel wat. Ondertussen wordt het zwemplan omgegooid en in plaats van in Leicester, gaan ze zwemmen in Northampton. Er is daar een ouderwets zwembad, met ouderwets zeurende Engelse badmeesters (eerdere Engelandgangers kunnen daar over meepraten). Ze mogen niks, en dus lokken de jongens van alles uit, waar ze vermanend voor worden toegesproken door het zwembadpersoneel, waar ze zich vervolgens weer weinig van aan trekken. Maar het zwemmen is verder erg lekker.
Tom en Thal helpen Arno en Peter ondertussen met boodschappen doen. Daarna rijden ze nog even langs een supermarktje voor de nodige cola- en chipsboodschappen. De winkelier is helemaal van slag nu er ineens 34 mensen in zijn winkeltje verschijnen, van schrik roept hij er extra hulpkrachten bij…
Al een kilometer of tien tevoren staan er borden met Nailer langs de weg. Ze komen er om een uur of zes aan. De subkampen zijn allemaal al opgebouwd, maar er zijn nog geen andere groepen: de officiële aankomst is pas op zaterdag. Ze worden verwelkomd door “Fräulein Debby”, gehuld in een Duitse vlag. Ook de andere subkampstafleden hebben een Duitse naam. Hoewel het ontzettend aardig is dat ze proberen de ontvangst zo goed mogelijk in thema te doen, roept het bij de jongens natuurlijk de te verwachten reactie op van “Schade Deutschland, alles ist vorbei”… Het kost enige moeite om de subkampstaf uit te leggen dat de “Rhine” niet alleen in Duitsland stroomt, maar ook in Nederland, en zelfs langs Oosterbeek!
Het ziet er allemaal erg goed uit. Er ligt een grote berg geschild en gepunt pionierhout klaar op hun kampterreintje. Arno, Robert en Martijn beleggen een heuse vergadering om de plek van de tenten vast te stellen en komen tot de conclusie dat het terreintje net te klein is. Ze krijgen er van de subkampleiding meteen een stukje bij, niemand doet daar moeilijk over. Verder is het trouwens een erg mooi terrein. Tegen acht uur staan de tenten, en om negen uur eten ze lekkere rijst met goulash.
Na de afwas moeten ze afscheid nemen van de chauffeur. Ignace houdt deze keer de toespraak. Ze geven geld en natuurlijk een relatiegeschenkje. Het was een hele aardige, prettige chauffeur die erg leuk deed met de jongens. Hij kon het vooral goed vinden met Thal, die uiteindelijk met viltstift een extra tatouage op zijn arm mocht schrijven: “Holland”. Hij gaf aan de volgende keer deze groep wel weer te willen rondrijden.
Om half elf volgt nog een verhaal van Geurt. Het is een moeilijk maar erg mooi verhaal dat de jongens ademloos volgen. Ze praten er overdag nog geregeld over na. En dan snel naar bed. Nailer is voor hen begonnen!
Zaterdag 29 juli
Het is de bedoeling om vandaag lekker uit te slapen, maar om half negen is iedereen klaar wakker. Het is veel te warm om in de tent te blijven liggen. Opnieuw veel zon en een stralend blauwe lucht. Heerlijk dat ze vandaag de tenten kunnen laten staan… 🙂
Er moet nog wel gewerkt worden. Ze verdelen het pionierhout en gaan opgewekt in de blote bast beginnen met het opbouwen van de keukens. Halverwege eten ze een hamburgertje. En dan komen de andere groepen aan. De jongens zijn natuurlijk erg enthousiast: “mooie wijven” (tsja)! Job, Simon en Jamie rennen meteen naar de wc om hun haren nat te maken en mooi op te kammen… Helaas voor hen moeten de keukens écht eerst worden afgemaakt. Maar dat gaat nu extra snel. ’s Middags hebben ze vrij en kunnen ze naar hartelust kennis gaan maken met de andere kampdeelnemers. De leiding zet ondertussen de poffertjeskar in elkaar en natuurlijk de zwevende vlaggenmast.
In de loop van de middag gaat het steeds harder waaien en wordt het ook kouder. Het ziet er naar uit dat ze een weersomslag krijgen, maar de “locals” zeggen dat dit soort stormpjes wel vaker voorkomt zonder dat het erg is. Afwachten maar.
Ondertussen hebben ze ook hun subkampmaterialen gekregen: de jongens groene dassen met een gele rand, de leiding gele dassen met een groene rand. Verder heeft iedereen een armbandje: de jongere jongens een groene, de oudere jongens een donkergroene en de leiding een zilveren. Aan de hand van die armbandjes krijg je gedurende de komende week toegang tot verschillende activiteiten.
De jongens hebben inmiddels al het nodige geswopt en ook al heel veel contacten opgedaan. Er zijn al thee-afspraken gemaakt (onderdeel van het insigne internationaal) en ze hebben gevoetbald met de buren. Die buren verzorgen ook de hospitality en nog steeds is de boodschap: “het komt goed”. Nader bericht volgt… 🙂
Tot slot nog wat algemene zaken
De jongens hebben vanmiddag een enorme stapel post gekregen, waar ze heel erg blij mee zijn! Enkele van de vele reacties:
– Sem legt de puzzelkaart telkens weer in elkaar om ‘m vervolgens weer helemaal te lezen;
– Ignace vindt de foto’s van het vertrek erg leuk;
– Christian moet erg lachen om zijn broertje (slaapt nu ook in een slaapzak).
Verder heeft Martijn gisteren de fanmail uitgedraaid zodat ze die hebben kunnen lezen; de jongens waarderen de berichtjes enorm! [Ga zo door dus.]
Het antwoord op de vraag van de attente ouder die wil weten hoe het zit met de 20 kg vliegtuigbagage: daar is aan gedacht en het wordt geregeld door een aantal dingen in de Laro te pakken!
Als laatste nog de algemene opmerking dat de leiding buitengewoon tevreden is over de groep. De jongens zijn heel zelfstandig, helpen met alles mee, zien zelf vaak de dingen die moeten gebeuren en zijn heel erg gezellig!
Wij zijn erg sociaal!