Engeland 2002 (v) week 1

DE HEENREIS
Van zaterdag 20 juli tot en met zaterdag 27 juli 2002 reizen de verkenners via Hoek van Holland, Harwich, Londen, Oxford en de Pennine Way naar Kendal. Hieronder de verslagen van hun belevenissen.

——————————————————————————–

Hè hè, ik ben blij dat ze weg zijn

Een diepe, wel gemeende zucht van een van de ouders nadat de trein uit het zicht was verdwenen. “Hè hè, ik ben blij dat ze eindelijk weg zijn”. Zij was niet de enige en zij is zeker geen ongevoelige moeder. Zij gaf de mening van ongeveer alle uitzwaaiers weer. Het werd tijd dat de jongens vertrokken.

Na maanden van voorbereiding is het zaterdag 20 juli eindelijk zover. Het vertrek naar Engeland!
Afgelopen maandag was al het materiaal door de leiding (Arno, Arthur, Geurt, James, Niels, Paul, Peter, Remco en Robert) bij elkaar gezet in het hutje, donderdag was er op de barbeque voor pl’s en apl’s (bij Geurt thuis) nog een laatste pep-talk gehouden. Vrijdagavond werd het materiaal door de leiding in het busje plus de aanhanger gepakt. Begeleid door de afscheidsklanken van de Debno-groep in Horst probeerden ze alles – en dan ook werkelijk alles – ergens een plekje te geven. Tenten, stoelen, reclamemateriaal, jerrycans, patrouillekisten, hagelslag, poffertjesbeslag, nog meer hagelslag, kaas, bord/mok/bestek, vlaggen, een koelkast (!?)… alles paste er in.

En dan wordt het gelukkig zaterdag. Als de leiding om 11:45 uur bij station Oosterbeek aankomt, zijn er ook al twee verkenners. De rest van de jongens is er vóór of uiterlijk 12:15 uur. Nog wat laatste regeldingen. Nog wat bagage in de bus, het eerste leidingcadeau (speelkaarten en boekjes met suggesties), alle paspoorten innemen (er lijkt er een kwijt te zijn, maar die zit verstopt tussen de andere), bellenblaas van Carlijn, adressen van de home-hospitality uitdelen (niet gehad als ouder? vraag het alsnog aan Marlene), veel foto’s en natuurlijk een groepsfoto, afscheid nemen (“Zul je voorzichtig zijn”? “Ja, mam”), een sneltrein voorbij laten gaan (oef, wat gaat die hard). Ondertussen vertrekken Robert en Remco met de bus. Zij moeten naar Calais en dat is nog best een eindje rijden. En dan… komt eindelijk de trein van 12:47 uur. De conducteur doet dit jaar niet moeilijk en laat iedereen rustig (nou ja, rustig…) instappen. Past het? En blijft er niks of niemand achter op het perron? Het lijkt goed te komen en keurig op tijd wordt er gefloten. Het is zover… de Engelandreis 2002 is begonnen!

De verkenners (Arthur (Henk), Bram, Douwe, Erwin, Frans, Jami, Jurgen, Lex, Marijn, Matthijs, Nigel, René, Rens, Robbert, Ruurd, Samir, Teunis, Tjalling, Tijmen en Yorick) hebben er zin in. Hun ouders en de overige achterblijvers zijn blij dat het zover is maar verheugen zich nu al weer op hun terugkomst!
——————————————————————————–

Bijna heel Londen al bekeken

Het is zondagmiddag 21 juli, even na 15:00 uur. De eerste berichten komen uit de buurt van de London Bridge en klinken bijzonder ontspannen. Het is er heel wat beter weer dan bij ons: half bewolkt, droog, lekker temperatuurtje.

Zaterdag 20 juli
De heenreis is uitstekend verlopen. Het overstappen in Nederland gaat zonder problemen maar het sjouwen van alle bagage naar en van de boot en op de Engelse stations valt niet mee. Het is ook wel erg veel…

Op de boot is het natuurlijk groot feest. Matthijs en Arthur dringen binnen de kortst mogelijke tijd door tot de kajuit van de kapitein, waar ze foto’s mogen maken. Een aantal jongens test bij de parfumerie zo ongeveer alle beschikbare geuren en smaken (en zou willen dat zoiets voor de drank ook mogelijk is). Yorick heeft onmiddellijk contact met mooie meisjes.
Het laatste deel van de reis is vermoeiend. Toch ziet Nigel (bijna 12) kans om in de metro de volle twintig minuten met twee Agatha-Christie-achtige oude dames te kletsen. In het Engels! En Lex…. Lex merkt niks. Lex leest. De hele reis.

Helaas stopt hun laatste trein niet bij het kampterrein zodat ze nog een stukje met een shuttlebus moeten. Gelukkig zijn Robert en Remco daar met de bus al om 21:00 uur goed aangekomen. Snel een sms-je gestuurd. Zij hebben de jongens – met hulp van Rein en Maarten en de padvindstersbusjes – in twee groepen opgehaald zodat iedereen om 22:30 uur veilig ter plaatse is. Omdat dat 23:30 uur Nederlandse tijd is, is iedereen “redelijk kapot”. Even wat drinken en wat kletsen en dan gauw de slaapzak in. Ze slapen die nacht in de grote groepstent.

Zondag 21 juli
Even na vijf uur zijn de eerste jongens al weer wakker, maar na een kleine vermaning blijven ze verder stil tot acht uur. Dan is het tijd om op te staan.
Vandaag gaan ze in kleine – zelfgekozen – groepjes Londen bekijken. Elk groepje maakt een eigen programma. Tjalling, Jamie, Rens en Nigel bezoeken met Arno en Peter het wisselen van de wacht, de Houses of Parliament, Downingstreet, de Big Ben, Monument (met een prachtig uitzicht over de stad maar je moet er wel 311 treden voor op en af lopen) en de Belfast (groot schip).
Hierna gaan ze nog naar de het Science Museum, de Tower Bridge (met name de machinekamers) en Covent Garden (voormalige fruit- en groentehallen, inmiddels verbouwd tot leuke winkeltjes waar straatoptredens zijn). Daar zullen ze nog ergens wat eten en om acht uur vanavond verzamelt iedereen weer voor de terugreis naar het kampterrein.
Ze hebben ook meteen al 20 kaarten gekocht om de jongens naar huis te laten sturen. Wanneer die aankomen is voorlopig nog even de vraag.

Algemeen
De sfeer zit er – zoals overigens was verwacht – goed in. Het mag alleen duidelijk zijn dat ze proberen om vanavond op tijd naar bed te gaan… (voor de moeder die daar door de telefoon naar vroeg: drie weken is lang; drie weken slaaptekort is slecht voor het humeur van de hele groep. De leiding probeert daarom het slaaptekort (van de jongens) zo klein mogelijk te houden!)

De padvindsters overnachten de eerste twee nachten op hetzelfde terrein. Ook zij hebben een prima reis gehad en vermaken zich uitstekend. De jongens zijn hen – behalve op het kampterrein – ook in Londen al een paar keer tegengekomen. Ondertussen gebruiken Rein en Maarten de zondag om nog even bij te komen van hun Pyreneeën-kamp.

——————————————————————————–

Hoeveel verkenners gaan er in een telefooncel?

Woensdagmiddag, kwart over vijf Nederlandse tijd. Telefoon uit Alton Towers, een van de grootste pretparken van Engeland. Alles gaat nog steeds uitstekend, de stemming is beter dan ooit, je zou het haast als “harmonieus” kunnen omschrijven. Kortom: iedereen heeft het in nog steeds erg naar zijn zin.

Zondag 21 juli
Zondagavond om acht uur verzamelen alle groepjes in het centrum van Londen. Iedereen is op tijd en erg enthousiast. Ze hebben bijna allemaal gebruik gemaakt van de (in het kader van het jubileum van de koningin) vele gratis musea. Daardoor konden ze het beschikbare budget besteden aan leuke extra’s, zoals een ritje met een echte Londense taxi of een uitgebreide maaltijd.
Een aantal groepjes heeft het Imperial War Museum bezocht, een museum over alle oorlogen waar Groot Brittannië bij betrokken is geweest. Je kan daar door echte loopgraven lopen (compleet met kanonnengebulder) en zelfs de kamer bezoeken waarin Churchill gedurende de Tweede Wereldoorlog heeft gebivakkeerd. René is zo enthousiast dat hij het liefst meteen alles aan zijn moeder wil vertellen. Bij deze!
Ze rijden met de metro en de trein terug naar het kampterrein waar ze nog even bij praten met de padvindsters. En vervolgens hebben ze – jawel – de kaart naar huis verstuurd. Bij een aantal ouders is hij zelfs vandaag – woensdag – al aangekomen, anderen kunnen ‘m ongetwijfeld binnenkort verwachten.

Maandag 22 juli
De buschauffeur komt al een uur eerder dan gepland: om acht uur in plaats van negen uur. Hij heet Allan, is een jaar of 50 en erg aardig. Tjalling heet hem welkom en geeft een OPV-Schoonoorddas.
De bus is klein (maar daardoor wel erg gezellig), modern (compleet met dvd-speler) en erg comfortabel (lekkere stoelen). Daarmee komen ze Engeland dus wel door.

Na een warm afscheid van de padvindsters vertrekken ze voor een tweeëneenhalf uur durende rit naar Oxford. Het is bewolkt maar lekker weer. Het punteren is wel leuk, maar de regels zijn streng. Er mag absoluut niet vervelend gedaan worden (terwijl dat nu juist het leuke is van punteren in Oxford……). De jongens genieten toch wel. Na een bezoekje aan het universiteits-natuurmuseum (waar Tjalling een “curver-saurus” ontdekt – half echt en half van plastic) gaat de tocht nog eens tweeëneenhalf uur verder richting kampterrein. Ze zijn inmiddels aardig moe en kletsen of slapen wat onderweg.
Omstreeks 18:00 uur komen ze aan op het kampterrein.
De (nieuwe!) tenten staan erg snel en binnen een uur is er ook al gekookt. Om 21:00 uur gaan ze nog een uur zwemmen in het zwembad op het terrein. Er zijn lekkere douches en ze hebben luidkeels gezongen in het washok. Een goed (en hygiënisch) einde van een geslaagde dag.

Dinsdag 23 juli
De nacht van maandag op dinsdag stortregent het. Maar ’s morgens is het nog slechts motregen. Het afbreken van de (natte) tenten gaat daardoor wat langzamer maar dat zal snel beter worden.
Omstreeks elf uur vertrekken ze van het kampterrein en omdat dat wat eerder is dan gepland wordt een extra programma-onderdeel ingevoegd: een ritje met een stoomtrein langs de Severn.
Op het perron is een belangrijk record gebroken. Hoeveel verkenners gaan er in een telefooncel? Eerst 12, later maar liefst 15!
Het weer wordt steeds beter, op den duur schijnt zelfs de zon.
Het openluchtmuseum valt sommigen tegen, anderen vinden het erg leuk. Veel jongens kopen er zelfgebakken brood.
Arthur-Henk heeft pech. Hij heeft zo’n dorst dat hij voor zichzelf een grote (3 liter!) fles limonade koopt. Eenmaal in de bus wil hij gaan drinken, maar… het is aanmaaklimonade! Vanaf nu heeft de groep dus absoluut geen pech: iedereen die limonade wil kan bij Arthur terecht.
Daarna rijden ze langs Iron Bridge.
Bij afwezigheid van Rein (de Iron-Bridge-deskundige van de groep) heeft Arthur de details uitgelegd en vervolgens vertrekken ze richting kampterrein: Kibblestone. Een nieuw (voor de groep althans) en fraai terrein.
Net als de patrouilletenten staan, begint het flink te regenen.
Even schuilen in de leidingtent dus, maar ze hoeven daar niet te koken, want met een half uurtje is het weer droog en blijft het ook droog.
Die avond organiseert de kampstaf van Kibblestone een groot kampvuur voor 200 man (er staan op zo’n scoutingterrein meerdere groepen tegelijk). Hoewel een aantal jongens vroeg naar bed had willen gaan bereiken ze een tussenoplossing: tot 21:15 uur naar het kampvuur, daarna mogen ze naar bed. Uiteindelijk gaat slechts 1 verkenner eerder weg, de anderen vinden het veel te leuk bij het kampvuur. Ze hebben geweldig gezongen en ook yells gedaan (de klompenyell van Geurt en een eigen yell van Nigel). Het is leuk om te merken dat al het oefenen van het afgelopen jaar (zingen, yells, improviseren) nu beloond wordt: de jongens zingen en doen mee als de beste, wat een erg goede indruk achter laat.
Om 22:00 uur liggen ze allemaal in bed.

Woensdag 24 juli
Woensdag 24 juli staan ze om een uur of acht op. Het is “typisch Engels weer”: 18 graden, zwaar bewolkt en gewoon lekker. Tegen 11:00 uur komen ze in Alton Towers, een van de grootste pretparken van Engeland, vol enge achtbanen waar je op je kop in kunt hangen. Maar gelukkig (Geurt, Tijmen, Teunis, Tjalling, Peter) hebben ze ook “gewone” spookhuizen die minder eng zijn…
De jongens vermaken zich uitstekend. Om half vijf (Engelse tijd) verzamelen ze, om vervolgens met de bus door te rijden naar Buxton, een prachtig kampterrein waar de groep elke vier jaar een keer heen gaat. De leiding zal koken zodat iedereen vervolgens op tijd (de planning is 21:00 uur) in bed kan liggen want morgen is het Pennine Dag!

Tot slot nog wat dienstmededelingen voor insiders
Er is nog niemand met een driftbui geweest!
De jongens volgen “het verhaal van Geurt” uit het boekje op de voet; zelfs de er in genoemde weddenschap van Teunis is uitgevoerd!
Ook van de padvindsters slechts goede berichten. Bij vertrek uit Londen kregen zij helaas een klapband met een van de busjes; dit gaf weliswaar schrik, maar verder totaal geen problemen. Ze zijn via een ontzettend mooie route naar hun volgende kampterrein gereden; het lag in de bergen en ze konden er kampvuur stoken, waarbij veel werd gezongen. Dinsdag hebben ze eerst uitgeslapen en vervolgens boodschappen gedaan. ’s Middags bezochten ze een echte mijn, gehuld in mijnpakken en voorzien van hoofdlampjes. Eerst leek het een beetje eng maar aan het eind kwamen ze allemaal breed lachend weer tevoorschijn. Woensdag zouden ze gaan kano varen.

——————————————————————————–

16 – 18 km Pennine Way!

Zaterdagmiddag, tegen half zes Nederlandse tijd. Veel lawaai aan de andere kant van de telefoon. De “internationale tent” op het kampterrein heeft slechts twee losse telefoons, geen cellen. Maar ze werken en daar gaat het om.
De jongens zijn vrijdagmiddag veilig aangekomen op het kampterrein van Cumbaree en vermaken zich nog steeds prima!

Woensdag 24 juli
Zoals al eerder vermeld moet iedereen om half vijf verzamelen. Helaas lukt dat niet helemaal. Remco en Henk gaan tevoren nog in de “Air”, een nieuwe, erg enge achtbaan waarin je zelfs op je kop komt te hangen. Net na de start stopt de baan. Voor Remco en Henk geen enkel probleem, hun stoel staat gewoon rechtop en de hele groep weet dat. Voor sommige andere bezoekers is het een veel spannender avontuur. Maar iedereen wordt gered en de vertraging is slechts twintig minuten.
De jongens hebben helemaal nog geen zin om te gaan, maar ze moeten wel: Buxton en de Pennine Way wachten. De reis is erg mooi en gaat over smalle weggetjes waar de bus maar nauwelijks overheen kan. Het allerlaatste stuk gaat het echt niet meer. Iedereen stapt de bus uit en alleen het bagagebusje rijdt verder. Ook dat heeft het er moeilijk mee, maar dankzij een aantal duwende leiding komt alles goed.
De tenten worden weer heel snel opgezet. Het terrein is als vanouds prachtig, iets waar zelfs de jongens oog voor hebben. Het enige nadeel vormen de – al in het boekje genoemde – muggen. Ze zijn er met duizenden, ze zijn heel klein en ze steken.
De leiding kookt centraal en na het eten gaan ze nog een half uurtje lopen om de omgeving te bekijken. Het is een beetje bewolkt, maar verder erg lekker weer.
Tegen tien uur liggen de jongens in bed.

Donderdag 25 juli
Vandaag moet iedereen op tijd op staan om zijn spullen voor de Pennine Way in te pakken. Het is nog steeds redelijk mooi weer: bewolkt en een graad of twintig, velen gaan dus in korte broek op pad.
Omstreeks twaalf uur is het vertrek, per patrouille (plus begeleiding) en steeds met een kwartiertje tussenruimte. Alleen Nigel heeft last van een oude blessure en gaat daarom met Geurt mee.
De tocht is erg mooi. Je begint met een “normaal” pad, daarna moet je langs een steile beek omhoog. Dat is wel moeilijk, maar iedereen kan het.
Eenmaal boven begint het “typische Pennine gebied”.  Tot grote schrik van de leiding is het eerste deel van het pad min of meer geplaveid met grote stenen. Wel makkelijk natuurlijk, maar eigenlijk veel te toeristisch. Na een kilometer houdt dat op en begint de modder, de pollen, de zooi en de diepe geulen. Het is moeilijk om daar je weg te zoeken, want er zijn weinig aanknopingspunten. Alle vier de patrouilles lopen dan ook – ondanks het kompas – verkeerd. Gelukkig hebben ze het alle vier ook in de gaten en blijft de omloopschade beperkt. Tegen de tijd dat de laatste groep goed en wel op gang is wordt het slechter weer (maar eigenlijk hoort dat bij het lopen van de Pennine). Mist met bijzonder weinig zicht, regen en veel wind. Truien en jassen moeten dan ook aan. De jongens genieten (ook de jongsten vinden het erg leuk) en lopen allemaal uitstekend. Maar liefst 16 – 18 kilometer! De regen houdt ongeveer een uur voor het eindpunt op, zodat ze niet al te nat bij de bus aankomen. De eersten zijn er al om kwart voor vijf, de laatsten om een uur of zes.

Als iedereen er is rijden ze naar een fish & chips-restaurant. Hoewel de niet-visliefhebbers ook een worstje mogen hebben, kiezen de meesten toch voor dit typisch Engelse gerecht. Ze proberen zelfs de azijn op de “chips”!
Dan moeten ze nog een uur rijden naar het volgende kampterrein: Bowley Scout Camp. Ook dit terrein is nieuw voor de groep, maar het ligt prachtig. De kampwacht heet hen welkom met een blik van herkenning: hij was vier jaar geleden subkampleider in Sherwood.
Er zijn lekkere douches waar de jongens verplicht gebruik van moeten maken. Als je klaar bent heb je even vrij. Tegen elf uur ligt iedereen “moe maar voldaan” in bed.
En eigenlijk heeft niemand klachten na afloop van het lopen. Een paar kleine blaren hier en daar, maar (ook de volgende dag) geen spierpijn of andere problemen!

Vrijdag 26 juli
Vandaag is Rens jarig. Ze slapen uit tot half negen en vervolgens gaat de hele leiding hem wakker zingen. Rens waardeert het maar matig… (zou het vals geweest zijn?). Hij krijgt cadeautjes van zijn ouders en van de groep. Er zitten slingers en ballonnen bij, waarmee ze de bus feestelijk kunnen versieren. Ze rijden naar Blackpool, een soort Zandvoort maar dan honderd keer groter: langs het strand zijn allerlei attracties te vinden. Robert en Peter gaan naar de wasserette waar ze van elf tot vier uur bezig zijn met wasmachines en droogtrommels. De jongens hebben eerst een uurtje vrij om te shoppen en gaan daarna met de rest van de leiding naar een zwembad. Helaas zijn de badmeesters in Engeland veel en veel strenger dan bij ons. Je mag niet leunen, springen, duiken, vechten… en dus doen ze het toch. Al gauw wordt er een wedstrijd gehouden wie de meeste waarschuwingen krijgt. De winnaars zullen we anoniem laten, maar ze hebben 14 waarschuwingen in anderhalf uur weten te scoren!

Om 16:00 uur vertrekken ze met de bus voor het laatste stuk naar Kendal (ongeveer een uur rijden). Omdat de officiële aankomst pas morgen is (en het kamp een stuk kleiner dan de leiding gewend is), is het er een beetje vreemd. Klein terrein, weinig mensen en erg kaal. Verder is ook deze staf streng: het busje mag het terrein niet op, de aanhanger moet met een trekker worden versleept.
Toch is het er erg mooi. De jongens krijgen hun gevraagde terrein van 30 bij 30 meter toegewezen (vergeleken met de andere groepen is dat erg groot). Ze proberen goed over de indeling ervan na te denken, want alles kan nu een week blijven staan! Marijn neemt met een mooie Engelse toespraak afscheid van de chauffeur en geeft hem een klompje cadeau en geld dat ze onderweg voor hem hebben ingezameld. Ze zullen hem trouwens nog wel terugzien: hij zal de groep aan het einde van de reis weer naar Londen terug rijden.
Daarna doen ze niet veel meer. De tenten worden opgezet en de leiding kookt spaghetti (die overigens later die avond over het hele terrein wordt teruggevonden – van de borden afgegleden? – terwijl het terrein niet scheef loopt zoals in Buxton).
Er is nog niet veel te doen op het terrein, maar gelukkig is er wel al een proef-disco. Om 22:00 uur lezen ze het logboek nog voor, maken ze een vervolg aan het vervolgverhaal en gaan ze naar bed.
En voor de leiding wordt het daarna nog gezellig want de chauffeur komt nog even terug en daarna wordt het erg laat…

Zaterdag 27 juli
Omdat de opening van het kamp pas vanavond is, staat deze dag nog vermeld bij de heenreis.
Ze slapen vandaag tot negen uur uit en staan vervolgens lekker relaxed op.
Het bestelde pionierhout ligt al klaar (mooi hout, geschild) dus beginnen ze na het ontbijt direct met de keukens, poort en vlaggenmast. Omdat je de palen maar ongeveer een decimeter de grond in krijgt, moeten ze met een andere constructie voor de keuken werken. Gelukkig is er een goed alternatief met driepoten. Iedereen doet lekker mee, het werk is dan ook zo gebeurd. Ook de toegangspoort (jawel, met molen natuurlijk) en de traditionele “zwevende vlaggenmast” zijn rond 13:00 uur allemaal klaar.
Het kampterrein van de jongens ligt erg centraal. Daardoor loopt iedereen die naar het algemene terrein toe moet, langs hun kampje. En dat geeft – mede dankzij de opvallende poort en vlaggenmast – allerlei aanspraak. Het swoppen is dan ook al direct begonnen, onder andere met Denen, Noren en Zuid Afrikanen. Behalve Engelsen zijn er groepen van 13 verschillende nationaliteiten, in totaal ongeveer 1.200 jeugdleden en 600 stafleden.
De verkenners lopen al gauw over het hele terrein.
Halverwege de middag moet iedereen nog even al zijn bagage uit de tent en de tassen halen. De schone was wordt uitgedeeld en daarna pakken ze alles weer netjes in. Een opgeruimd begin van de nieuwe week!
Vanavond gaan ze vroeg eten want om 20:00 uur is de opening. Daarna is Cumbaree 2002 werkelijk begonnen. Het vervolg staat dan ook op de volgende pagina!

Ook nu nog wat algemene informatie
(voor insiders): Tot nu toe zijn alle jongens nog probleemloos op het kamp aanwezig!
(voor de betreffende ouders): Het toegestuurde fototoestel is met veel enthousiasme ontvangen; nogmaals hartelijk dank!
(voor iedereen): Als alles gaat zoals gepland, stuurt Peter halverwege de week twee filmpjes; de mooiste foto’s komen op de site!

Gelukkig hebben de padvindsters net zulke goede berichten doorgegeven. Woensdag kano-varen: veel omgeslagen, veel gelachen maar ook een tocht van drie uur gemaakt! Donderdag bezochten ze een kasteel waar heel erg veel te zien was (riddershows, wassen beelden e.d.). Het was er zo leuk dat ze de Iron Bridge hebben overgeslagen (arme Rein …). Vrijdag bezochten ze een pretpark. Veel leuke attracties, niet al te veel toeristen, dus zonder al te lang wachten konden ze overal in. En de bus… reed alleen even niet omdat de koelkast de accu leeg had getrokken (luxeprobleem?!). Zij belden vrijdagmiddag en gaan zaterdag door naar hun kamp.