2006 Wales

Ein-de-lijk is het dan zover! Na maanden van voorbereidingen, weken van dromen over hoe geweldig het gaat worden, dagen van stress omdat het nu toch wel gevaarlijk dichtbij komt, uren van inpakken. En slechts een aantal minuten om afscheid te nemen van onze dierbaren die we achter moeten laten in Oosterbeek, zitten we bepakt en bezakt in de 2 busjes die ons naar Wales gaan vervoeren. Naar een onvergetelijk zomerkamp.

‘Gas op die zoege’
De eerste dag is gelijk een behoorlijke pechdag. Aangezien we 2 uur te laat vertrekken vanuit Oosterbeek. We hebben nog stille hoop dat we de boot van 2 uur in Calais halen. Maar die hoop vervliegt als we, eenmaal daar om vijf minuten voor twee, te horen krijgen dat je minstens een uur van te voren aanwezig moet zijn. De volgende boot vertrekt om 4 uur. We besluiten om onze achterstand van 2 uur dan maar in Engeland in te halen.
Daar geven we meer ‘gas op die zoege’, en we crossen Engeland door. Eenmaal in Bath (om 3 uur ’s nachts: inmiddels lopen we 4 uur achter op schema) kunnen we de gereserveerde camping niet vinden. Dus we besluiten om ons kamp op een inheems grasveldje op te slaan. Hopelijk ziet niemand ons, want één boete voor wild kamperen en het is ‘dag zomerkamp’. (En dag geldkas voor de komende 25 jaar.)

Ondekkingen!
Ons inheems grasveldje blijkt bij het aanbreken van de morgen toch niet zo heel inheems. Het blijkt een deel van een wandelroute te zijn, aangezien de vele mensen die langs lopen. Gelukkig draagt geen van hen een uniform.
De andere ontdekking is het geweldige uitzicht op het plaatsje Bath en de kerktoren. Dat hadden we die avond niet gezien, maar het is echt briljant. De fototoestellen worden tevoorschijn gehaald en de eerste kiekjes van dit kamp zijn een feit.

Llanducil…
Vandaag reizen we verder naar onze bestemming: Wales. Daar verbazen we ons over de vele medeklinkers en het gebrek aan klinkers in de plaatsnamen.
Wij zijn op zoek naar Llanducil: daar is het activiteitencentrum gevestigd. Eenmaal daar hebben een paar aardige mannen onze tent al opgezet.

Verjaardag!
Om middernacht wordt Lex’s verjaardag gevierd: hij is nu eindelijk zestien. En mag legaal bier inslaan. Althans in Nederland, hier in Wales moet je wachten tot je 18e dus heeft Lex er deze week nog maar bitterweinig aan.

Weddenschap…
De volgende dag beklimmen we de rotsen van Llanducil. Er worden een paar weddenschappen afgesloten. Wat tot gevolg heeft dat Jennifer (de verliezer van de weddenschappen) de rest van het kamp elke avond zal moeten koken en afwassen. Waardoor wij de rest van het kamp zeker zijn van een schoon bordje met een lekkere maaltijd erop. Wij zijn er dus wel tevreden mee. Jennifer kijkt alleen wat minder gelukkig…

River swimming
’s Middags staat river swimming op het programma. We hijsen ons in een soort van surfpak. En duiken het Walese water in. De stroming zorgt voor een flinke vaart, en zo dobberen we een paar uurtjes, terwijl we steeds meer afdrijven van het beginpunt.
’s Avonds wordt Lex flink in het zonnetje gezet. Voordat we de laatste nacht in Llanducil doorbrengen.

Amerika!?
Alweer de 3e ochtend. De rugzakken worden gereedgemaakt want dit is de eerste loopdag. We hebben een tocht langs de kust uitgekozen waar we ‘de indringende smaak van het bruisende zeewater’gaan proeven. En waar we ‘De mooiste kust van Groot-Brittannië’ gaan zien. ‘Magnifiek en overweldigend’. Aldus de folders. Al hebben ze dit keer gelijk, onze ogen rollen al snel uit ons hoofd bij het zien van het uitzicht. We horen de golven van de zee stukslaan op de kliffen, en zien een paar honderd meter beneden ons de zeehonden spelen. De lama’s en schapen lopen voor onze voeten. We hebben een wijds uitzicht. Aan de overkant van het water zien we zelfs land liggen. ‘Amerika!’ wordt er door sommige geroepen. Ik wil de opgewonden stemming niet verpesten door te zeggen dat het waarschijnlijk Ierland is.

Onweer
Aan het einde van de middag slaat het weer om en begint het te onweren. Binnen no-time zijn we doorweekt. Maar dat weerhoudt ons haar er niet van om recht overeind te gaan staan. (echt waar! Zelfs de lange lokken van Mikako stonden fier overeind) We zitten in het gevaarlijke inslaggebied. We zijn dan ook het hoogste punt in de wijde omtrek en overal om ons heen zien we bliksemschichten en rommelt het. We zijn blij als we levend bij het grasveld aankomen. Waar de busjes klaar staan met droge kleding, voedsel en de (hopelijk waterdichte) tent.

‘Willen jullie even stilstaan?’
De volgende morgen is het weer opgeklaard. Dus vervolgen we onze tocht. Rennend, welteverstaan. Daniël heeft er wat moeite mee. En op elke berg vraagt hij ons stil te staan zodat hij een foto van ons kan maken. Op een gegeven moment worden de bergen steeds stijler. Omhoog is dan niet zo’n probleem. Maar naar beneden zorgt voor veel valpartijen in de (door ons omgedoopte) glasvezelstruiken.
Zo komen we aan het einde van de middag aan bij een mooie tuin inclusief rozenstruiken, bomen, grasveld rivier en een heuse waterval. Van de aardige eigenaar van de tuin mogen we hier 2 nachten doorbrengen.

Au!
Aangezien iedereen zich behoorlijk kapot gelopen heeft de afgelopen twee dagen lassen we een rustdag in waarop we ons alleen richten op de barbecue van die avond. Er wordt heel wat voedsel ingeslagen, en dat wordt ’s avonds bij zonsondergang op de baai warm gemaakt. Daar wordt zelf een krab gevangen, die met zijn scherpe scharen zich in verschillende handen, vingers en zelfs tepels vastgrijpt. Au.
Als iedereen is voldaan stoken we het vuur hoog op. En blijven we tot middernacht nakletsen.

Nu wel gevonden!
Vandaag gaan we alweer terug naar Londen. We zitten de hele dag in de auto. En bereiken, ondanks het gebrek aan een routebeschrijving naar de camping, de desbetreffende camping toch nog voor twaalven.

Winnaar of Verliezer
De een na laatste dag duiken we Londen in. Daar vermaken we ons en om half zeven zoeken we een restaurantje op. De Pizza Hut. Er wordt een wedstrijd gehouden wie het meeste pizza naar binnen gewerkt krijgt. Douwe is de onbetwiste winnaar, als hij zijn drie pizza’s er niet in de WC eruit gekotst zou hebben.
We komen ’s avonds laat aan op onze camping. Waar we het nog later maken met onze behoefte aan communicatie en groepsverband.

Moe maar tevreden
De laatste dag begint vroeg omdat we koste wat kost de boot niet nog eens willen missen. Wat ook niet gebeurt: we zijn deze keer twee uur te vroeg, ook de rest van de reis verloopt soepel.
Bij het vallen van de nacht komen we in Oosterbeek aan. De busjes worden schoongemaakt (een hels karwei) de afwas wordt gedaan en zo is alles weer schoon wanneer we onze ouders in de armen vallen. Moe maar tevreden.

Volgend jaar weer zo gezellig?
En, ik geef het toe, ook verdrietig omdat het kamp voorbij is. Net als een heel jaar scouting. Bij aanvang van het nieuwe jaar wordt deze groep zonder pardon uit elkaar gerukt, en vertrekt ruim de helft om leiding te kunnen worden bij andere speltakken. Al krijgen we wel nieuwe jongens en meiden erbij om een nieuwe band mee op te bouwen. Maar of het ooit net zo gezellig zal worden? Daar twijfel ik nu nog steeds aan.

Olga